studiopsgbe-9360.jpg

Zomer? Lente? Of toch in de herfst?

Het beste seizoen voor het opwekken van energie met zonnepanelen is verrassend genoeg meestal niet de zomer. Juist in de lente leveren je zonnepanelen het meeste op. Uiteraard is het aantal uren daglicht een belangrijke factor in de opbrengst van zonnepanelen. Een zonnig uur tussen 13.00 en 14.00 in februari, levert minder op dan een uur zonlicht op hetzelfde tijdstip in mei. De zon staat in mei hoger dan in februari en dat zorgt voor betere lichtinval.

Naast het aantal zonuren speelt echter ook de temperatuur een grote rol. Veel mensen denken dat zonnepanelen op warme dagen het meest opleveren. Maar warmte heeft geen positief effect. Bij hogere temperaturen neemt de opbrengst van zonnepanelen zelfs iets af. Dat komt omdat de elektrische geleiding in de zonnecellen beter verloopt bij kou. Bij de meeste zonnepanelen is de daling ongeveer 0,4% per graad boven de 25°C . Bij het kopen van zonnepanelen, is het daarom goed een paneel te kiezen met lage Pmax waarde. Deze waarde drukt het verlies aan rendement uit in percentage vanaf 25 graden. Op mistige dagen leveren zonnepanelen tot 80% minder rendement. Dus wanneer het koud én zonnig is, is het ideaal zonnepanelenweer. Zo levert de maand mei meestal meer op dan de maanden juli of augustus omdat de gemiddelde temperaturen dan minder hoog zijn.

November, december en januari zijn de maanden met de minste opbrengst.

 

Andere factoren die een rol kunnen spelen:

  • Type zonnepanelen: Het rendement van monokristallijne zonnepanelen ligt iets hoger dan dat van polykristallijne.
  • Locatie van de zonnepanelen: het jaarlijks aantal zonuren in België en Nederland is niet overal gelijk. Wie aan de kust woont, heeft meer zonuren. En hoe meer zonuren, hoe hoger de opbrengst van je zonnepanelen.
  • Ligging van de zonnepanelen
    • Hellingsgraad van het dak: De ideale hellingsgraad van het dak is 35° tot 38°. Daken met een hellingsgraad tussen 20° en 35° of tussen 40° en 50° verliezen 5 tot 8% van hun rendement.
    • Oriëntatie van het dak: Zonnepanelen presteren het best op een zuidelijk georiënteerd dak. Dat wil echter niet zeggen dat daken met een oostelijke of westelijke oriëntatie niet geschikt zijn voor zonnepanelen. Een zonnepaneel op een dak georiënteerd naar het noorden is helemaal af te raden omdat het rendementsverlies veel te groot zou zijn.
    • Een zuidelijk, zuid-westelijk, zuid-oostelijk dak met een hellingsgraad tussen de 20° en 60° zijn in principe de ideale daken voor zonnepanelen.
    • Schaduw: Een zonnepaneel dat volledig in de schaduw ligt, kan tot 20% minder stroom opwekken. Het loont dus de moeite om uit te kijken naar een locatie waar het direct zonlicht niet gedempt wordt door andere gebouwen, bomen of schoorstenen. Indien de installatie gedeeltelijk in de schaduw komt te liggen kan er gebruik gemaakt worden van optimizers. Optimizers zorgen ervoor dat elk paneel afzonderlijk stroom levert en niet in serie. Hou ook rekening met de positie van de schaduw over het gehele jaar. Tijdens de winter is er veel meer schaduw omdat de zon veel lager staat tegenover de aarde dan tijdens de zomer.